MIJN INTERVIEW MET W.A.

Aan Wilfried de Jong was het deze keer de eer Koning Willem Alexander te mogen interviewen. Ik had de eer dat vlak voor zijn inhuldiging te mogen doen op mijn blog. Hij is inmiddels 50 dus een mooie gelegenheid om het interview hier nog eens te plaatsen.

EJW: ”Welkom Hoogheid. Het is mij een eer en genoegen u te mogen interviewen. U hebt aangegeven het kort te willen houden ivm uw drukke werkzaamheden. Ik zal daar uiteraard rekening mee houden.”

W.A: ”Eer en genoegen zijn wederzijds, bovendien lees ik uw blog graag. Steekt u van wal zou ik zeggen.”

EJW: ”Dank u… Wij zijn straks uw onderdanen. Hoe vindt u het om onze bovendaan te worden?”

W.A: ”Bovendaan hoe verzint u het!”

EJW: ”Dat woord is niet van mij maar heeft wijlen Jos Brink bedacht. Die zei dit tegen uw oma in 1979 in het programma ”Alsjeblieft Majesteit.” Hij gaf haar toen een kus. Weet u dat niet meer?’

W.A: ”Nee, dat weet ik niet meer, maar wel dat Jos een leukerd was. Hij noemde in ”Wedden dat” zijn assistente mevr, Reemer altijd kroepoekje. En wat die kus betreft, oma hield van knuffelen. Opa deed dat nooit die ging recht op zijn doel af en niet alleen bij oma.”

EJW: ”Er wordt gezegd dat u niet echt de uitstraling van een koning heeft. Uw hoofd is te olijk en te jongensachtig. Sommigen spreken zelfs van een rijpe sinaasappel. Een koning behoort- zo zeggen zij- een markante kop te hebben met wilskrachtige kaken en een kuiltje in de kin. Een beetje zoals Twan Huys. Als die op 4 mei in militair uniform een krans op de Dam zou leggen ziet dat er toch heel anders uit.”

W.A: ”Laat ze maar praten. Ik heb Maxima en die heeft smaak. Er zijn mensen die haar naam relateren aan haar inkomen maar dat is onzin. Als ze hier geboren zou zijn had ze gewoon Anja geheten of zoiets. Verder ben ik gezegend met vier prachtige dochters. Amaila, Alexia, Arie Haan en…ehhhh…hoe heet die vierde nou ook alweer..?”

EJW: ”Volgens mij zijn het er drie.”

WA: ”Oh, is dat zo? Als toekomstig koning heb je veel aan het hoofd en kun je niet alles bijhouden. Ik heb 17 miljoen onderdanen dus dan zie je er wel eens een paar over het hoofd. Ook al bestaan ze niet.

EJW: ”Wat vindt u van Koningsdag?”

W.A:” Ach, het volk vind het leuk maar van mij hoeft het niet. Die vals zingende koren en dat debiele koekhappen en zaklopen is al verschrikkelijk maar echt walgelijk vind ik het TOILETPOTTENWERPEN dat ik laatst moest doen. Als een rechter dit als straf aan criminelen zou opleggen zouden mensenrechtenorganisaties op hun achterste benen staan, maar ik als kroonprins moest dat doen! Walgelijk. Ik heb de burgemeester en die wethouders van dat dorp vele malen gekielhaald in mijn gedachten. Op deze momenten vind ik het jammer dat mijn macht zo beperkt is.

EJW: ”Vindt u het jammer dat u het voorzitterschap van het IOC moet opgeven?”

W.A: ”Wat die sporters betreft wel. Die mooie hockeymeiden bijv mocht ik graag zoenen. Echter, je krijgt er ook Erica Terpstra bij. Die moest ik ook altijd zoenen. Ze zoent zeer nat en één keer was ze zo enthousiast dat ze me tegen de grond werkte met als gevolg dat ze bovenop me lag. Ze slaakte daarbij kreten als ”mieters” en ”wat een kanjer.” Ik had een kanjer bovenop me maar had liever gezien dat het een hockeymeid was, op Maxima na dan. Verder is Erica een aardig mens maar ze moet haar plaats weten.”

EJW: ”Dan wil ik het hier bij laten en u bedanken voor dit interview.”

W.A: ”Graag gedaan en succes verder met uw aardige blog. Waar staat die W eigenlijk voor?”

EJW: ”Willem.”

W.A: ”Wat leuk, dat schept een band.”